Met een korset, veelal voorzien van baleinen, wordt ondersteuning aan de wervelkolom geboden, zodat deze stabiliseert. Er zijn korsetten die de rug delordoseren, dat wil zeggen dat ze specifiek de wervelkolom ontlasten. Andere hulpmiddelen fixeren de rug. De korsetten worden ook postoperatief toegepast, na operaties aan de wervelkolom.
Functies:
– ondersteuning en massage middels een pelotte van de lendenspieren, waardoor een betere doorbloeding ontstaat en de spanning op de spieren afneemt;
– ondersteuning van de lumbale wervelkolom bij lendenpijn zonder complicaties of om lendenpijn te voorkomen;
– te doseren ondersteuning van lumbale en onderste thoracale wervelkolom;
– van laag lumbaal tot hoog thoracaal, voor een stabilisatie van een groter deel van de wervelkolom;
– elastische en gebreide korsetten om de onderrug te stabiliseren.

Een in overleg met de kinderarts op maat gemaakte ‘helm’ die wordt gebruikt om afwijkingen in de schedelvorm te corrigeren. De helm wordt meestal tussen de vijfde en achtste maand van het eerste levensjaar gedragen.

Diverse vormen van bandages kunnen de stomadrager ondersteunen. Een stomabandage is vervaardigd uit stroken van elastische materiaal, die worden gestabiliseerd door baleinen. De stoma-opening wordt op maat aangebracht, terwijl de flexibele verbinding tussen de elastische stroken voor een plooivrije vorm zorg.

Van heup tot voet: voor elk deel kan een prothese gemaakt worden. De heupprothese begint al bij een gedeelte van het bekken met een goed omsluitende heupkom. Hieraan zijn de onderdelen te bevestigen, zoals het bovenbeen, de knie, het onderbeen, de enkel en de voet.
Zonder heupprothese wordt de bovenbeenprothese passend gemaakt op de stomp. De hieraan verbonden knieprothese bezit scharnieren waardoor dit onderdeel kan buigen. Is alleen een knieprothese nodig, dan is de constructie vergelijkbaar.
De uitvoering van de onderbeenprothese is sterk afhankelijk van het niveau van amputatie.
De voetprothese wordt van siliconen gemaakt, waardoor deze een hoog cosmetische waarde vertegenwoordigt.

Van heup tot voet: voor elk deel kan een prothese gemaakt worden. De heupprothese begint al bij een gedeelte van het bekken met een goed omsluitende heupkom. Hieraan zijn de onderdelen te bevestigen, zoals het bovenbeen, de knie, het onderbeen, de enkel en de voet.
Zonder heupprothese wordt de bovenbeenprothese passend gemaakt op de stomp. De hieraan verbonden knieprothese bezit scharnieren waardoor dit onderdeel kan buigen. Is alleen een knieprothese nodig, dan is de constructie vergelijkbaar.
De uitvoering van de onderbeenprothese is sterk afhankelijk van het niveau van amputatie.
De voetprothese wordt van siliconen gemaakt, waardoor deze een hoog cosmetische waarde vertegenwoordigt.

Van heup tot voet: voor elk deel kan een prothese gemaakt worden. De heupprothese begint al bij een gedeelte van het bekken met een goed omsluitende heupkom. Hieraan zijn de onderdelen te bevestigen, zoals het bovenbeen, de knie, het onderbeen, de enkel en de voet.
Zonder heupprothese wordt de bovenbeenprothese passend gemaakt op de stomp. De hieraan verbonden knieprothese bezit scharnieren waardoor dit onderdeel kan buigen. Is alleen een knieprothese nodig, dan is de constructie vergelijkbaar.
De uitvoering van de onderbeenprothese is sterk afhankelijk van het niveau van amputatie.
De voetprothese wordt van siliconen gemaakt, waardoor deze een hoog cosmetische waarde vertegenwoordigt.

Van heup tot voet: voor elk deel kan een prothese gemaakt worden. De heupprothese begint al bij een gedeelte van het bekken met een goed omsluitende heupkom. Hieraan zijn de onderdelen te bevestigen, zoals het bovenbeen, de knie, het onderbeen, de enkel en de voet.
Zonder heupprothese wordt de bovenbeenprothese passend gemaakt op de stomp. De hieraan verbonden knieprothese bezit scharnieren waardoor dit onderdeel kan buigen. Is alleen een knieprothese nodig, dan is de constructie vergelijkbaar.
De uitvoering van de onderbeenprothese is sterk afhankelijk van het niveau van amputatie.
De voetprothese wordt van siliconen gemaakt, waardoor deze een hoog cosmetische waarde vertegenwoordigt.

Voor elk deel van de arm worden prothesen gemaakt. De prothese kan om cosmetische redenen worden gedragen, maar er zijn ook ‘actieve’ prothesen waarmee de elleboog, de pols of de hand zijn te bewegen.
De schouderprothese wordt veelal als een kap aangebracht; hieraan zijn de onderdelen te bevestigen, zoals de bovenarm, de onderarm, de pols en de hand.
Aan de boven- en onderarmprothese is functionaliteit toe te voegen: mechanisch of aangestuurd door zenuwprikkels (myo-elektrisch).
De hand- en vingerprothese moet een hoog cosmetische gehalte hebben en is daarom gemaakt van siliconen. Deze siliconen uitvoering vereist een eigen bijdrage.

Er is een grote keuze in enkelbraces die kunnen worden ingezet. Zoals elastische bandages, met en zonder pelottes, braces met een ritssluiting, kunstlederen en nylon braces met een vetersluiting, orthesen met klittenbandsluiting en braces met kunststof schalen. De volgende functies zijn te onderscheiden:
– ontlasten, comprimeren en stabiliseren van het bovenste spronggewricht, waarbij pelottes voor een betere doorbloeding en het ondersteunen van de spieractiviteit kunnen zorgen;
– ontlasting van de achillespees door een hielverhoging;
– stabiliseren van de enkel, voorkomen van verstuikingen;
– corrigeren van de standafwijking van de grote teen;
– opvangen van de dropvoet tijdens de gang.

Een anatomisch gevormde schouderbandage stabiliseert het gewricht en ondersteunt de bewegingen. Een verplaatsbare visco-elastische pelotte stimuleert de doorbloeding.

De schouderorthese is een lichte brace waarbij de onderarm dicht bij de elleboog wordt opgehangen. Bij een aantal modellen duwt de onderarm de bovenarm als een hefboom in de kom van de schouder.